23.09
2017
Das Leben ist kein Ponyhof
Gestapo Knallmuzik + Hipster Jugend + Jagmonkx
Deuren 19:00
Hnita Jazz Club
Das leben ist kein ponyhof
Eindelijk kunnen we de eerste concertavond van Trippel-Twieje-Nul aan jullie voorstellen: ‘Das Leben ist kein Ponyhof’! Iedereen heeft wel eens een moment waarop hij/zij beseft dat het leven geen ponykamp is. Die negatieve gevoelens zullen naar de achtergrond verdreven worden tijdens een avond vol extravagante en aanstekelijke pop, die de vloer van de legendarische Hnita Hoeve zal doen daveren. We hebben alvast de perfecte hoofdrolspelers binnengehaald om er een afwisselende en vooral onvergetelijke avond van te maken.
Gestapo Knallmuzik
De populariteit van Duitse electropopsensatie Gestapo Knallmuzik kent ongekende hoogtes, en dat leverde hen deze zomer een plekje op de Pukkelpopaffiche op. Met hits als ‘Angela Merkel’, ‘Wir Gehen von Grond’ en ‘Kächelwinkel Pëeters’ kan het niet anders dan dat ze ook de Hnita Hoeve in vuur en vlam zullen zetten. Entertainment van de bovenste plank – en oh, hadden we het al over hun feilloze livereputatie gehad? Wees maar zeker dat we von grond zullen gehen.
Hipster Jugend
De lustige Leuvenaars van The Hipster Jugend beschrijven hun muziek als ‘een combinatie van voetbalanthems en new wave’ en dat kunnen we alleen maar beamen. Hun hyperaanstekelijke pop leverde hen een selectie voor De Nieuwe Lichting 2017 van Studio Brussel op en live bewezen ze al dat je geen hits nodig hebt om een hele zaal in vervoering te brengen. Of zoals ze het zelf zeggen: “Als Bazart The Beatles zijn, is The Hipster Jugend The Rolling Stones”.
Pips 'N Pearls (Jagmonx)
‘De Pips’ maakte in Heist-op-den-Berg naam als gitarist van The Mono’s en frontman van Pumping Pips & the Semi Sexy 80’s Band. Ondertussen is het tijd voor iets anders, en verzamelde hij een zevenkoppige band rondom zich die grasduint door zowel funky pop als acid jazz en alles daartussen. Trippel-Twieje-Nul krijgt de eer om het allereerste optreden van Pips ’n Pearls te organiseren, “de eerste keer live, en de laatste keer dat de refreinen niet luidkeels worden meegezongen”